Stilte van het Hart. Een kerk zonder muren.
Stilte van het Hart
Een kerk zonder muren
Ik roep jullie op tot gemeenschap, tot een kerk zonder muren waar mensen
van elk geloof tezamen komen om elkaar lief te hebben, te steunen en te
eerbiedigen Mijn kerk heeft niets van doen met wat jullie christendom noemen,
of met dogma's die mensen van elkaar gescheiden houden. Zij heeft niets van
doen met een kerkelijke hierarchie of een uitgebreide organisatie.
In mijn kerk is iedereen welkom Zowel de armen als de rijken, zowel de
zieken als de gezonden Zowel zij die mijn naam aanroepen als zij die de naam
van een van mijn broeders of zusters aanroepen. Ik sta niet tegenover een
bepaalde man of, vrouw maar ik vertegenwoordig elke man of vrouw, want eenieder
is een kind van God Ik vertegenwoordig de heiligheid van allen die m hun
onschuld de schepping met hun tegenwoordigheid zegenen. Ik verheug me in het
leven, in al zijn veelvormigheid en m zijn wezenlijke vormloosheid
Ik wil je dringend verzoeken ruimdenkend te zijn Als je mijn kerk
binnenkomt hoef je je hoed niet af te zetten en je jas niet uit te doen, maar
laat alsjeblieft je vooroordelen achterwege Daar is in mijn kerk geen plaats
voor. Kom niet naar mijn altaar om aan je oordelen vast te houden maar om ze op
te biechten, om ze los te laten in God, voor het oog van je brôeders en
zusters. Je hoeft geen speciaal hoofddeksel of speciale kledij te dragen om
mijn heiligdom te kunnen betreden, maar je moet wel doordrongen zijn van het
besef dat je gelijk bent aan iedereen.
Mijn kerk is een plaats van vrede en verzoening.,Het is een plaats waar
angsten erkend worden en misstappen worden vergeven Mijn kerk verwelkomt
iedereen die zijn fouten toegeeft. Zij verbant niemand die de geborgenheid
zoekt van haar liefdevolle armen.
Vele geloofsgemeenschappen beweren de mijne te zijn, maar houden desondanks
vast aan hun angsten en institutionaliseren hun oordelen. In hun heiligdom
zijn de vreemdeling en de verschoppeling niet welkom. Ze bouwden een gevangenis
en noemden die kerk. Ik word liever aanbeden door moordenaars en dieven dan
door hen die voorgeven mijn wil te doen door anderen te veroordelen en uit te
sluiten.
Ik tolereer geen hypocrisie en heb dat ook nooit gedaan. Wie zichzelf
geestelijk leidsman of leidsvrouw noemt, moet een oprecht voorbeeld voor
anderen zijn. Ze hoeven niet volmaakt te zijn, maar moeten wel de moed hebben
om hun fouten toe te geven. Ze moeten eerlijk voor hun menselijkheid uitkomen.
Ze moeten van hun voetstuk af komen en leren anderen aan te moedigen en te
stimuleren.
Je moet ook geen verheven en opgeblazen verwachtingen hebben van jezelf of
van je geestelijk adviseurs. Het is niet realistisch en niet aardig om van een
ander te vragen foutloos te zijn. Je zou daarentegen wel van je leermeesters
en geestelijk leiders kunnen vragen dat ze eerlijk, rechtstreeks en menselijk
zijn. Dat ze hun fouten toegeven. Dat ze mededogen hebben met de fouten van
anderen. Dat ze een sfeer van begrip, geborgenheid en liefde weten te scheppen.
Daar kan mijn kerk in voorzien. Een veilige plek. Een liefdevolle plek.
Een plek waar iedereen zich kan verbinden met zijn of haar spirituele kern.
De kleingeestigheid ongedaan maken
Duizenden jaren lang hebben mensen aangenomen dat ze naar de kerk of de
tempel gingen om daar samen te zijn met mensen die hetzelfde geloofden als zij.
Als dat waar is, zijn kerken en tempels simpelweg een legitimatie voor
kleingeestigheid en vooroordelen. Iedereen kan wel iemand vinden die het met
zijn overtuigingen eens is. Iedereen kan wel een godsdienst oprichten voor
insiders en daarbij degenen die zijn overtuigingen aanvechten uitsluiten. Dat
heeft niets met spiritualiteit van doen. Dat heeft meer van doen met de
onzekerheid van het individu en zijn neiging zich neer te leggen bij de
tirannie van het groepsdenken.
Die vorm van onzekerheid is een geweldige voedingsbodem voor een sekte.
Een sekte creëert een verleidelijke sfeer die ogenschijnlijk liefdevol is en
vervolgens wordt iemands ego stukje bij beetje afgebroken totdat hij volkomen
in de war en machteloos is en aan zichzelf twijfelt. Zogenaamd uit spirituele
overgave moeten ingewijden capituleren voor de autoritaire organisatiestructuur
van de sekte. Zo kan een hersenspoeling doorgaan voor verlichting.
Hiërarchische, gesloten geloofsgemeenschappen beloven je Shangri-la, maar
uiteindelijk zit je in Alcatraz. Ze beloven dat ze je van het lijden zullen
bevrijden, maar wat je krijgt is lichamelijke mishandeling en geestelijke onvrijheid.
Wie in zo'n situatie terechtkomt heeft iets te leren op het gebied van
machtsmisbruik. Je kunt niemand ervan weerhouden zich voor zo'n leerschool in
te schrijven, maar je kunt hen wel de helpende hand bieden als ze zover zijn
dat ze eruit willen.
Fundamentalistische groeperingen gaan iets minder spectaculair te werk bij
hun onheuse bejegening, maar houden hun leden in hun macht door in te spelen op
hun angsten, vanwege het groepsdenken dat daar heerst. Zelfs van oudsher
bestaande kerken en tempels verdragen de diversiteit maar slecht. Ten gevolgde
daarvan raken ze leden kwijt die op authentieke wijze hun spiritualiteit willen
verkennen.
Alleen door een respectvolle benadering van de unieke spirituele beleving
van hun leden, terwijl toch ook het gemeenschappelijke wordt benadrukt, kunnen
kerken en tempels iets doen wat op een dieper niveau aanspreekt. Dogma's en
spirituele hiërarchie bieden mensen geen veiligheid en geborgenheid meer. Een
uitwisseling van aangezicht tot aangezicht, eenvoudige rituelen waaraan
iedereen mee kan doen, zoals zingen en dansen, zodat mensen hun hart makkelijker
kunnen openstellen voor elkaar, zorgen voor eenheid en emotionele banden
binnen de gemeenschap. Om een veilige en liefdevolle sfeer te kunnen scheppen,
zijn wederzijds respect en tolerantie ten opzichte van verschillen absoluut
essentieel.
Mensen hoeven niet dezelfde overtuiging aan te hangen of hetzelfde geloof
te hebben om met elkaar een spirituele gemeenschap te vormen en die eenheid te
voelen. Gemeenschap of eenwording treedt op ondanks het denken, niet dankzij
het denken. Gemeenschap treedt op door liefde te geven en geen oordeel te
hebben. Het kan overal optreden, bij elke groep mensen die zich willen inzetten
vanuit een alles insluitende en onvoorwaardelijke liefde.
Het wordt tijd dat kerkgenootschappen en tempels zichzelf anders gaan
zien. Ze moeten geen plekken meer zijn waar men zich aan lineaire overtuigingen
vastklampt, maar ruimte bieden voor zelfonderzoek, waar verschillen worden
verwelkomd. Liefde moet de band worden die de gemeenschap samenbindt, niet
het feit dat men het ergens over eens is.
Liefde en het zwaard van de waarheid
Liefde daagt je er altijd toe uit flexibel te zijn in je overtuigingen en
anderen binnen te laten in je hart. Ze probeert steeds de grenzen op te rekken
van wat jij gewend bent (je vroegere ervaringen) en wat jij acceptabel vindt
(datgene waar het groepsdenken het over eens is). Dit is een vorm van liefde
die je moeilijk te hanteren vindt. Jouw idee van liefde is gekleurd door de
behoefte aan overeenstemming vanuit je ego. Het is een wittebroodsversie, een
softe versie van iets wat de geweldigste bewustmakende kracht van het universum
is.
Ik bied je het zwaard waarvan ik zei dat ik je dat zou geven. Gebruik het
om het zachte, vettige weefsel weg te snijden dat je hart omgeeft, weefsel dat
je ademhaling onnodig zwaar en moeizaam maakt. Gebruik het om de afhankelijkheid,
het slachtofferdenken weg te snijden uit jouw idee van de liefde. Jouw versie
van liefde is zwak, exclusief, hypocriet. In feite is het helemaal geen
liefde.
Liefde is in wezen een geweldig zuiverende en bewustmakende kracht. Ze kan
je een koendalini-ervaring bieden waarmee alle vroegere conditioneringen worden
afgeworpen. Ze lijkt schroomvallig en zacht, maar is sterker dan staal,
krachtiger dan een aardbeving.
Liefde is niet alleen een scheppende maar ook een vernietigende kracht. Ze
vernietigt het verleden. Ze laat verdwijnen wat niet noodzakelijk meer is,
opdat het nieuwe geboren kan worden. Liefde is niet alleen een omarming door
voedend en levengevend water, maar ook het louterend werkende vuur van
begeestering.
Johannes doopte met water en zei dat ik met vuur zou dopen. Als je mijn
woorden voor het eerst hoort, zijn ze als de karmozijnen vlam van de dageraad
die zich voorzichtig boven de horizon verheft. Maar als mijn woorden helemaal in
je hart doordringen, branden ze als de woestijnzon of als de roodoranje vlam
van de brandstapel bij een crematie.
Ik geef jullie geen wittebroodsversie van liefde of spiritualiteit. Mijn
liefde voor jullie was tweeduizend jaar geleden niet soft en is nu beslist
niet soft.
Je ziet mijn liefde als soft omdat je bang bent voor je woede. Je ziet
woede als iets negatiefs. Je begrijpt niet dat die in potentie tot je
bewustwording kan leiden. Je beseft niet dat woede om onrecht een van de
hoogste vormen van liefde is.
Wanneer je je woede en angsten niet meer op de wereld projecteert, kun je
voor de waarheid opkomen zonder anderen te kwetsen. Je komt niet in opstand
tegen andere mensen maar, tegen de onwaarheid. Je gaat tegen het valse en de
onechtheid in maar voelt tegelijkertijd mededogen met hen die zich vastklampen
aan valse overtuigingen. Je bekritiseert hen niet. Maar je gaat tegen hun
misvattingen in met een stelligheid en een helderheid die tot de bodem gaat en
die de angst en onzekerheid blootlegt waarop elke vorm van illusie gebaseerd
is.
Als liefde onbekrompen is en de breedte in gaat, omarmt ze alles als
zichzelf. Ze is als water: vrouwelijk, accepterend, zonder onderscheid. Als
liefde de diepte in gaat, vernietigt ze alle obstakels die ze onderweg
tegenkomt. Ze is als vuur: mannelijk, onderscheidend, met de waarheid als enig
houvast.
Velen onder jullie kennen de zachte, vrouwelijke Jezus. Maar hoevelen
kennen de sterke, mannelijke Jezus? Degene die het zwaard des onderscheids bij
zich draagt, het zwaard der waarheid?
Het is allebei noodzakelijk. Als je mij wilt leren kennen, moet je het
mannelijke en het vrouwelijke in jezelf tezamen brengen. Zonder het mannelijke
is spiritualiteit vrouwelijk en soft. Dan is er geen kans op bewustwording.
Een levende kerk
De kerk waar toe ik oproep moet zowel de mannelijke als de vrouwelijke kant
omarmen. Ze moet iedereen zonder voorwaarden verwelkomen en toch ook de
waarheid zonder compromissen zijn toegedaan.
In een levende kerk is iedereen vrij zijn eigen spirituele pad vast te
stellen. Iedereen krijgt bij dat streven de totale vrijheid en gunt die op zijn
beurt aan anderen. Men is het erover eens dat men elkaar niet probeert te
bekeren of 'beter' te maken. Men vraagt de anderen om onvoorwaardelijke steun
en begrip voor de eigen ontwikkelingsweg en geeft die ook aan anderen.
Wie deze afspraak met voeten treedt, krijgt het verzoek om zijn of haar
motieven en gedrag openlijk te bespreken en te luisteren naar de feedback van
de anderen. Het is daarbij niet de bedoeling iemand te schande te maken of in
verlegenheid te brengen maar om iemand aan te horen, hem of haar behulpzaam te
zijn en uiteindelijk vast te stellen of diegene zich wel kan verenigen met de
spirituele richtlijnen die binnen de gemeenschap gelden.
Alles waarmee het algemene vertrouwen wordt geschonden, wordt met liefde
en mededogen benaderd. Er wordt steeds gehandeld vanuit het verlangen naar
begrip en saamhorigheid. Maar de richtlijnen mogen nooit verflauwen of
aangetast worden. Je mag nooit aan spirituele waarheden gaan tornen, ze gaan
aanpassen of herzien om ruimte te maken voor iemands tekortkomingen of om
fouten te vergoelijken.
Fouten worden erkend en vergeven. Als je begrijpt wat er fout is, maak je
het goed. Dat inzicht ontstaat spontaan zodra mensen bereid zijn hun gedrag
onder ogen te zien en zich realiseren welke invloed dat heeft op henzelf en op
anderen. Correctie en vergeving gaan hand in hand. Zonder vergeving is
correctie onmogelijk en zonder correctie is vergeving niet compleet.
Een levende kerk of tempel moet duidelijk zijn over wat zich daar afspeelt
en daar ook trouw aan zijn. Aangezien alles er gebeurt in een sfeer van
liefde, vergeving en ondersteuning, trekt dat allerlei verschillende mensen
aan. De tolerantie, flexibiliteit en openheid van de kerk/tempel en haar leden
zullen voortdurend op de proef worden gesteld. Bij dat alles moet ze innerlijk
hard en naar buiten toe zacht zijn. Iedereen moet eerlijk en respectvol
behandeld worden.
In een levende kerk of tempel ligt de macht altijd in handen van de
gemeenschap. De voorganger, geeft leiding door zijn of haar voorbeeldfunctie en
door anderen aan te moedigen hun eigen unieke spirituele pad te bewandelen.
Hoe succesvoller een voorganger daarmee is, des te participerender de
organisatie wordt. Dan maakt het niet meer uit of een, voorganger vertrekt,
omdat de activiteiten binnen de kerk of de tempel doorgaan en van hetzelfde
niveau blijven.
Doof de bekwaamheid waarmee hij anderen aanmoedigt, kan een goede
voorganger zichzelf overbodig maken. Hij heeft simpelweg tot taak om een
gemeenschap die werd opgezet binnen het oude paradigma om te vormen tot een gemeenschap
die te werk gaat vanuit het nieuwe paradigma. Hij of zij weet vakkundig een
sfeer te scheppen waarin anderen zich uitgenodigd voelen verantwoordelijkheid
te nemen, hun talenten naar voren durven brengen en de organisatie willen
helpen opbouwen. Als de kerkgemeenschap eenmaal goed draait, zit het werk voor
de voorganger erop en komt hij vanzelf in een nieuwe omgeving terecht waar hem
een andere uitdaging wacht.
Een goed opgezette gemeente heeft geen voorganger nodig, hoewel zij daar
indien gewenst zeker voor kan kiezen. Er kan een leidinggevend comité gevormd
worden, bestaande uit mensen die al lang lid zijn maar dat ook nieuwe leden
telt. Dit comité leidt de kerk middels intuïtieve consensus en neemt
belangrijke beslissingen pas na de grotere gemeenschap te hebben gehoord. Het
lidmaatschap van dit comité zou moeten wisselen opdat men niet gehecht raakt
aan een beleidsbepalende rol.
Zo'n leidinggevend comité moet ervoor waken het voorbeeld van de oprichter
- openheid en positieve feedback - te blijven volgen. Ze moeten zich ervoor
inzetten dat de congregatie zich houdt aan het oorspronkelijke ideaal,
namelijk het bieden van een 'veilige en liefdevolle sfeer waarin niet
geoordeeld wordt en de leden worden aangemoedigd hun gaven en talenten naar
voren te brengen'. Als er aan de veilige sfeer getornd wordt, of als de leden
niet voortdurend actief bij de kerk betrokken worden, zal de creatieve
synergie snel verworden tot een binnen het oude paradigma passende
polarisatie, afscheiding en een strijd om de macht.
Ik zeg dit niet om jullie tot kerkenbouwers te maken, want eerlijk gezegd
ligt de enige kerk waar je heen moet in je eigen hart. Maar als je naar een
fysieke kerk of tempel gaat of wilt gaan, kan het nuttig zijn als je weet hoe
je een veilige en liefdevolle sfeer kunt creëren.
Alle maatschappelijke instanties kunnen getransformeerd worden door de
richtlijnen op te volgen die ik jullie gegeven heb. Door deze eenvoudige ideeën
toe te passen kunnen kerken, scholen, bedrijven, verpleeghuizen en
ziekenhuizen, gevangenissen en overheidsinstellingen allemaal een spiritueel
doel gaan dienen.
Je kunt over mijn leer drie dingen zeggen. Ten eerste: zij is eenvoudig.
Ten tweede: zij geldt in elke situatie, onder alle omstandigheden en is in elke
omgeving geldig en toepasbaar. Ten derde: als je haar toepast, geeft dat vrede
in je hart en harmonie in je relaties.
Je zou toch denken dat die kenmerken wel een aanbeveling waren voor die
leer, maar kijk eens goed. Zie jij rijen mensen bij mij op de stoep? Toch
schieten overal de sekten als paddestoelen uit de grond. De fundamentalistische
kerken groeien als kool. Hele kuddes mensen gaan naar de darshan bij de swami's
en de goeroes.
Begrijp me niet verkeerd. Ik ben niet tegen swami's, goeroes,
fundamentalisten of sekteleden. Ik wijs er alleen maar op dat mijn leer - die
absoluut werkt - geen grote populariteit geniet.
Mensen hebben op een of andere manier intuïtief in de gaten dat hun leven
nooit meer hetzelfde zal zijn als ze dit pad inslaan. Ze weten niet zeker of ze
wel echt willen dat er een revolutie plaatsvindt in hun leven.
Dat begrijp ik wel. Velen spelen dat ze zich overgeven maar blijven
verslaafd aan de macht. Ze willen wel van mensen houden die net zo zijn als
zij, maar ondertussen vasthouden aan hun oordeel over hen die anders zijn. Zo
lijken ze spiritueel zonder het risico dat ze kwetsbaar worden. Ze praten wel
over liefdé, maar houden een harde cocon om zich heen waar de liefde op
afketst.
Ze hebben de schijn van liefde maar niet de ware liefde. Met echte liefde
zou hun leven openbreken.
Congruentie
(Congruentie betekent dat al iemands interne overtuigingen, strategiën en
gedragingen (woorden, stem en lichaamstaal) volledig met elkaar in
overeenstemming zijn, gericht op het bereiken van een bepaald doel. Als iemand
volledig congruent is, werken alle aspecten van hem of haar samen. Twijfel
bestaat niet.)
Je wordt congruent - gaat met jezelf samenvallen - als je trouw kunt zijn
aan jezelf, als je jezelf kunt accepteren zoals je bent, of jouw beleving nu
hetzelfde is of anders dan de beleving van anderen.
Je geeft blijk van congruentie als je daden overeenstemmen met je woorden.
Een congruent mens is te vertrouwen, hij of zij is een mens uit één stuk. Het
is niet zo dat hij of zij geen fouten maakt. Dat gebeurt beslist en hij is niet
bang om zijn fouten .toe te geven, tegenover zichzelf noch tegenover anderen.
Een congruent mens geeft zichzelf er niet van langs als hij erachter komt dat
hij zich vergist heeft. Hij vindt wegen om zich voor zijn fout te
verontschuldigen en haar goed te maken. Als hij daar geen wegen voor kan
vinden, vergeeft hij zichzelf en probeert die fout niet opnieuw te maken.
Een congruent mens leert altijd van zijn ervaringen. Hij wordt steeds
eerlijker tegenover zichzelf en trouwer aan zichzelf. En hoe eerlijker en
trouwer hij aan zichzelf wordt, des te eerlijker en trouwer kan hij worden
tegenover anderen. Innerlijke congruentie en uiterlijke betrouwbaarheid gaan
hand in hand.
Hoe beter hij zichzelf kent, des te duidelijker hij kan zijn tegenover
anderen. Hij doet geen beloften en neemt geen verplichtingen op zich waaraan
hij zich niet kan houden. Hij zeg 'nee' als hij nee bedoelt en 'ja' als hij ja
bedoelt en 'dat weet ik niet' als het niet duidelijk is. Mogelijke misverstanden
en onheus gedrag worden in balans gehouden door zijn bereidheid om de waarheid
over zichzelf te spreken.
Mijn leer zet je aan tot congruentie, omdat dit het belangrijkste kenmerk
is van het bewustwordingsproces. Elke vorm van liefdevol gedrag komt voort uit
innerlijke congruentie, die vereist dat men zichzelf liefheeft, serieus neemt
en eerlijk de waarheid zegt.
In die zin is de veilige en tolerante sfeer binnen een spirituele
gemeenschap bedoeld om iemand te helpen zijn eigen beweegredenen onder ogen te
zien. Alle relaties met andere mensen, zelfs de meest ongezonde interacties,
veranderen als iemand eerlijk kan zijn tegenover zichzelf en zichzelf serieus
kan nemen.
Mijn kerk is een therapeutische gemeenschap waar echter geen therapeuten
zijn. Iedereen komt daar voor zijn eigen genezing en alle anderen zijn slechts
getuigen van dat proces. Ze komen niet om anderen te analyseren, beter te
maken of tot verlichting te brengen. Ze komen alleen om hen te accepteren en
getuige te zijn van hun ontwikkeling. Door erop te vertrouwen dat die
ontwikkeling iemand precies daar brengt waar hij of zij wezen moet, versterken
ze hun vertrouwen in hun eigen proces.
Het gaat in mijn werk altijd om plaats maken en erop vertrouwen dat de
geest haar geneeskrachtige werk doet. Als wij proberen de geneeskundige te
zijn, de zielzorger, de leraar, de technicus, vergroten we alleen maar iemands
portie verwarring, angst en schuldgevoel. Om die reden bied ik je geen methoden
ter verbetering of verlossing. Ik bied je geborgenheid, een veilige sfeer en de
kans om op te staan en eerlijk te zeggen hoe jij het leven ervaart, tegen
jezelf en tegen anderen. Ik bied je de uitdaging om mee te werken aan het
opbouwen van zo'n veilige sfeer, waarin jij ook anderen een luisterend oor
biedt. Dat is alles. Het is genoeg voor een heel leven.
Je hoeft niet over alle antwoorden te beschikken om te kunnen groeien, om
door je angsten heen te kunnen komen, om volop in het leven te kunnen staan.
Zodra jij je verhaal vertelt en meeleeft met het verhaal van anderen, begint in
je hart het alchemistische transformatieproces. En dât bepaalt je ontwikkeling,
niet jij of ik.
Waar die ontwikkeling toe zal leiden kan ik je niet zeggen. Sterker nog:
je hoeft het niet te weten, het is onbelangrijk. Ik kan je echter wei zeggen
dat je erop kunt vertrouwen en dat het je thuis zal brengen, bij jezelf; thuis
bij de diepste vorm van intimiteit, thuis bij je eeuwigdurende verbintenis met
het goddelijke.
Het is een prachtig proces. Het is een raadselachtig proces. Het valt niet
te voorspellen en gaat alle verwachtingen en begrip te boven. Berust er maar in
en al je lasten worden van je afgenomen. Berust er maar in en alles wat echt en
waar in je is krijgt vleugels.
Broederschap
Een spirituele gemeenschap richt zich niet op geestelijk of spiritueel
onderricht maar op kameraadschap en broederschap. Je kunt pas echt van een
spirituele gemeenschap spreken als daarin ruimte is voor een open geest en een
open hart.
Wanneer je anderen allerlei dogma's voorhoudt, bevorder je die
ruimdenkendheid niet. Je manipuleert en overheerst mensen als je hen bepaalde
antwoorden en oplossingen aanbiedt. Je zou hen beter kunnen helpen zelf hun
vragen te formuleren en op zoek te gaan naar hun eigen antwoorden. Je zou ze
moeten aanmoedigen op hun tocht naar zelfinzicht en ze moeten laten voelen dat
er in die gemeenschap ruimte is om hun ideeën naar voren te brengen zonder dat
ze geoordeeld of toegesproken worden. Als je respect hebt voor ieders
vermogen zijn eigen pad te vinden, dan vindt men dat.
Je bevordert de openhartigheid niet door iemand van je gemeenschap uit te
sluiten of sommige leden een voorkeursbehandeling te geven. Mensen storten hun
hart uit als ze zich welkom voelen en als gelijken behandeld worden. En ze
klappen heel snel dicht als ze moeten wedijveren om liefde en aandacht. De
meeste mensen zijn emotioneel diep verwond en reageren heel snel en defensief
bij de geringste vorm van oneerlijkheid, zelfs als dat onopzettelijk is.
Daarom moet men zich binnen de gemeenschap allereerst richten op duidelijke
grenzen en gezonde groepsprocessen. Iedereen moet de kans krijgen om gehoord te
worden. Iedereen moet worden aangemoedigd zijn gevoelens niet te onderdrukken
of voor anderen verborgen te houden.
Als men een veilige sfeer weet te scheppen waarin iedereen zijn gevoelens
kan uiten zonder anderen aan te vallen, kunnen misverstanden, projecties en
oordelen over elkaar worden opgelost. Dan kan iedereen weer terug naar zijn
hart en zijn lichaam. Dan kun je weer ademen. Dan kun je weer op elkaar
vertrouwen.
Het is absurd om te veronderstellen dat zo'n fysieke, emotionele en mentale
verzoening plaats kan vinden zonder dat dit door een liefdevolle sfeer
bevorderd wordt. Als je een groep zonder richtlijnen en methodische
vaardigheden aan zichzelf overlaat, is dat net zoiets als een kleuter aan zijn
lot overlaten in een huis. Dat kan een kwartiertje goed gaan, maar daarna vindt
hij ongetwijfeld de schoonmaakmiddelen in het gootsteenkastje en de la met messen.
Hoe dat afloopt wil je liever niet weten.
En toch weet je het. Je ziet het keer op keer. Zodra de ego's overgaan tot
aanval en verdediging duurt het niet lang of het slagveld is bezaaid met
lijken. En dan heb je uiteraard ook nog gewonden die nog op de been zijn, die
geraakt werden maar dat nog niet weten. Je gaat ervan uit dat ze normaal
zijn, tot je iets doet wat hun onderdrukte woede losmaakt.
Nee, je kunt een groep gewonden beter niet aan hun lot overlaten. Je wilt
hen leren wat grenzen zijn, hoe je een veilige, liefdevolle en niet-oordelende
sfeer kunt creëren en kunt bewaren. Je wilt hen leren hoe ze hun gevoelens
kunnen uiten zonder anderen verwijten te maken of voor hun emotionele
toestand verantwoordelijk te stellen.
Veel mensen die zich aansluiten bij een spirituele gemeenschap zijn
wanhopig op zoek naar liefde en acceptatie. Ze zullen de richtlijnen van de
gemeenschap onderschrijven zonder die te begrijpen. Op het moment dat ze ergens
echt door geraakt worden, ontploffen ze van woede en vallen ze iedereen aan die
hen in de weg staat. Wat kun je in zo'n geval doen?
Welnu: je kunt hen niet de richtlijnen en regels gaan voorlezen en vragen
zich daaraan te houden. Ze geven je vast niet de kans hen terecht te wijzen of
toe te spreken. Het enige wat je kunt doen is de regels toepassen. Neem
verantwoordelijkheid voor je eigen gedachten en gevoelens. Zorg dat je niet
projecteert. Luister zonder de ander te onderbreken. Laat je niet onderbreken
of over je heen walsen, maar vraag van de ander dat hij net zo naar jou
luistert als jij naar hem luisterde. Val niet aan. Verdedig je niet. Vraag
alleen om evenveel tijd. Je schuift de ander geen fout in de schoenen maar
staat op een gelijke behandeling, en daarmee lost de woede op en krijgt de hele
gemeenschap in levenden lijve te zien hoe de richtlijnen uitwerken.
Er zou een kerngroep van leden moeten zijn die heel bedreven zijn in het
toepassen van de richtlijnen. Doordat ze met hun toepassing van de methode een
voorbeeldfunctie kunnen vervullen, leert de hele gemeenschap die methode
toepassen en dan kunnen zelfs de allermoeiljkste situaties z6 worden opgelost
dat iedereen tot zijn recht komt.
Zowel het hart als het hoofd is geneigd zich af te sluiten. Wie dat niet
weet is naïef. Als je met anderen een gemeenschap vormt in de verwachting dat
iedereen voortdurend openhartig zal zijn, zul je nog van een koude kermis
thuiskomen. Je zult merken dat al die 'lieve, spirituele' mensen af en toe
helemaal door het lint gaan en hun kwetsuren op onmiskenbare wijze kenbaar
maken. En dan vraag je je af: 'Wat doe ik hier? Dit is net zo erg als het gezin
waar ik vandaan kom, erger nog misschien!'
Welnu, ik zal je zeggen wat je er doet. Je kwam om een reele kijk te
krijgen op de mens. Op jouw ego en dat van anderen. Je moet begrijpen dat
iedereen een duistere kant heeft. Iedereen heeft trauma's en andere zaken die
niet gemtegreerd zijn.
Het wordt tijd dat je je mooie fantasieën over wat een gemeenschap is laat
varen. Het is niets voor tortelduifjes. Het is eerder een fornuis, dat brandt
op de kolen die iedereen op het vuur gooit, opgegraven uit andermans
achtertuin. Dat is helemaal niet leuk en ook niet plezierig. En nuttig of
frans-formerend is het ook al niet, tenzij men zich al vanaf het begin
methodische vaardigheden heeft aangeleerd.
Om die reden houden velen zich verre van een op het gevoel gerichte,
interactieve vorm van spiritualiteit. Ze slaan hun eigen weg in, mediteren zes
uur per dag en volgen het - uitgestrekte pad van alleenzijn. Maar voor velen
betekent dat slechts dat ze zich terugtrekken van het vuur. Het duurt een stuk
langer om om het vuur heen te gaan dan om er doorheen te gaan.
Probeer echter niet door het vuur heen te gaan zonder de juiste
voorbereiding. Probeer geen gemeenschap met-anderen te vormen zonder dat je
beseft hoezeer het ego jou en anderen in zijn greep heeft. Leer hoe je met het
ego om kunt gaan als het de kop opsteekt. Leer er aandacht aan te geven, erken
het en laat het los. Ontwikkel goede methodische vaardigheden. Pas de
richtlijnen toe. Dan kun je over hete kolen lopen.
Een open hart en een open geest
Als je niet open van geest kunt zijn, sluit je hart zich af, en vice versa.
Eigenlijk maakt het niet uit welke van de twee zich het eerst afsluit, de ander
komt er snel achteraan. Verwacht niet dat je vanzelf een open geest houdt. Dat
gebeurt niet. Een open geest is een geest die vrij van oordeel is. Hoe lang
duurt het voordat er een oordeel in je opkomt? Wees eerlijk. Is dat om de twee
uur, om de twee minuten of om de twee seconden?
Tussen die oordelen door is de geest open. Zodra er een oordeel opkomt,
sluit de geest zich af en hij blijft gesloten zolang je aan het oordeel
vasthoudt.
Probeer niet op- te houden een oordeel te hebben. Dat is vergeefse moeite.
Wees je daarentegen bewust van de oordelen die in je opkomen, kijk ernaar en
laat ze los. Als je dat doet zul je ontdekken dat er meer ruimte tussen je
oordelen komt, dat er meer tijd is waarin je een rustige, ontspannen en open
geest hebt.
Als je samen met andere mensen een veilige en liefdevolle plek gecreëerd
hebt, erken je oordeel dan ten overstaan van de groep. Door je oordelen aan
anderen op te biechten, kun je ze zelfs nog beter loslaten dan alleen. Je
draagt daarmee ook bij aan een klimaat waarin men het ego gaat zien als een
natuurlijk verschijnsel waar alle mensen mee te maken hebben. Het komt op en
verdwijnt weer. Soms gaat dat met woede gepaard, soms met verdriet.
Je helpt een sfeer creëren waarin niemand zichzelf de grond intrapt omdat
zijn ego zich laat gelden. Dus wordt het ego wat lichter opgevat en makkelijker
losgelaten. Het ego wordt niet meer vastgehouden door het ego, maar door iets
anders, door iets milds en toegeeflijks. Iets wat barmhartig, aanvaardend en
vergevingsgezind is.
Hoe je dat noemt maakt niets uit. Sommigen noemen het de Geest. Sommigen
noemen het je Hogere Zelf. Sommigen noemen het de Tegenwoordigheid van Liefde.
Namen doen er niet toe.
Hoe je het ook noemt, het is dt aspect van jou dat niet bang of verwond is.
Het is je bewustzijn van het geheel waarin alle delen een plaats hebben.
Door je oordelen op te biechten, herstel je je verbinding met het geheel.
Je krijgt weer een open geest en een open hart. Door je broeder en zuster daar
getuige van te laten zijn, erken je dat je hetzelfde bent als zij. Je geeft
toe: 'Ook ik ben iemand die oordeelt. Ik ben niet anders dan jij.'
Waar die vrijwillige biecht wordt toegepast ontstaat er een gemeenschap van
gelijken. Niemand is spiritueler dan een ander. Iedereen heeft oordelen.
Iedereen wil die loslaten en weer in vrede leven.
Niemand zal een ander nawijzen of bekritiseren om het feit dat hij een
oordeel heeft. Niemand leest de ander de regels voor. Bij elke misstap of
overtreding die hij opbiecht besef jij: 'Dat ben ik. Ik ben niet anders dan
mijn broeder.'
Je pretendeert niet dat je spiritueel bent door je fouten toe te geven. Je
streeft niet naar perfectie en schaamt je evenmin voor je imperfectie. Je accepteert
alleen je ego dat opkomt en weer afneemt. Je hebt geduld en mededogen. Daarmee
maak je de sfeer veiliger.
Wanneer je een klimaat schept waarin het ego geaccepteerd en vergeven
wordt, wordt het leven voor iedereen een stuk makkelijker. Nu houdt de Geest
het ego in een liefdevolle omhelzing vast en is het ego minder geneigd de
geest te verdelen. Naarmate de nieuwe misstappen minder frequent optreden en
minder ernstig zijn, krijgen de psychische wonden tijd om te genezen.
Daar gaat het om in mijn kerk. Het moet een genezende, heilzame gemeenschap
zijn. Een gemeenschap waarin men elkaar onvoorwaardelijk zegent en vergeeft.
Een veilige plek waar het ego mag opkomen zonder te worden veroordeeld. Een
gewijde plek waar elke contractie, elke angstige beweging, liefdevol wordt
erkend en wordt losgelaten. Een heiligdom waarin hart en geest zich louter
sluiten om zich vollediger te kunnen openstellen voor de tegenwoordigheid van
liefde.
Spirituele arrogantie
Het is spirituele arrogantie om te denken dat je verder gevorderd bent op
het spirituele pad dan iemand anders. Zelfs als het waar zou zijn, dan had je
er nog niets aan als je dat wist of daar aanspraak op maakte. Je hebt iets aan
mededogen voor jezelf, mededogen voor anderen. Je hebt iets aan het besef dat
ieder mens de les krijgt die geknipt voor hem is, en dat jij nooit kunt zeggen
hoeveel hij ermee opschiet als hij de les leert.
Denk niet dat je in staat bent om correct vast te stellen hoe groot de
spirituele vooruitgang is die iemand geboekt heeft, jezelf daarbij inbegrepen.
Dat kan niet. Dat weet je niet. Iemand die stukken achter lijkt, kan in een
flits vooruitgaan. En iemand die voor lijkt te liggen, kan ernstig onthand raken.
Het hele idee van voor- en achterliggen is al zinloos, aangezien je niet weet
waar de start en waar de finish is.
Anderen starten niet noodzakelijkerwijze op dezelfde plek als jij. Ze
eindigen niet noodzakelijkerwijze waar jij eindigt. Sommigen maken een korte
tocht die overloopt van hartverscheurende uitdagingen. Anderen maken een lange
tocht die bestaat uit een groot aantal weinig spectaculaire lessen.
Je kunt naar anderen kijken en denken dat je het begrijpt maar dan houd je
jezelf alleen maar voor de gek. Je hebt geen idee waar het in andermans leven om
gaat. En eigenlijk is het helemaal jouw zaak niet om dat te weten. Jij hebt je
handen al vol aan je eigen portie. Het is al werk voor een heel leven om alleen
maar in de gaten te krijgen wat je eigen lessen zijn en die in liefde te
aanvaarden.
Als je een spiritueel leraar bent, vraag je dan af of je die rol wellicht
gekozen hebt om de lessen die je hier kwam leren uit de weg te gaan. Als je
een autoriteit bent en anderen de wet voorschrijft, hoef je nooit naar jezelf
te kijken.
Je kunt er zeker van zijn dat je je niet voor eeuwig kunt verstoppen. Na
verloop van tijd moet ook jouw vuile was naar buiten komen. Dat is
onontkoombaar. Iedereen komt hier met de gedachte dat hij de grote verdwijntruc
kan toepassen. Sommige mensen zijn er heel goed in. Ze verdwijnen wel vijftig
of zestig jaar. Als ze terugkomen weten ze zeker dat geen mens hen zal
herkennen. Maar zodra ze bij de kruidenier binnenstappen, weten ze dat het
spel voorbij is.
Niemand kan zich voor altijd verstoppen. Want dit is een plek waar iedereen
gevonden wordt. Iedereen wordt uiteindelijk wakker geroepen. Zo zit het aardse
bestaan in elkaar. Je kunt er maar beter aan wennen.
Zelfs degenen die helemaal achterin de rij staan, komen op den duur aan de
beurt. De man die de namen afroept gaat heus niet dood voordat hij bij jou is
aangekomen. En als hij al dood zou gaan, zou een ander hem vervangen. Je kunt
je hier niet verstoppen. Je kunt niet voorgoed onzichtbaar worden.
Dat lijkt misschien gek. Tenslotte draagt de meerderheid van de mensen hier
op aarde een knappe vermomming of zij doen alsof zij niet thuis zijn ls de bel
gaat. Zo overtuigend is de ontkenning.
Maar dat doet er niet toe. Die mensen hebben de touwtjes niet in handen.
Degene achter het masker, die neemt alle beslissingen.Degene achter het
masker, die roept de vreemdeling naar de voordeur om de oproep, af te geven,
de wekroep te laten horen.
Wij denken dat de autoriteit buiten ons ligt en dat het ons allemaal maar
overkomt. Heus niet! De autoriteit zit van binnen en we laten het allemaal
gebeuren opdat we kunnen ontwaken.
De hele planeet is bezig met de opdracht tot ontwaken. Daarom zijn er ook
zoveel mensen die ogenschijnlijk lopen te slapen. Hoe kunnen ze ontwaken tenzij
ze in slaap zijn of in ieder geval doen alsof.
Als je je wilt verstoppen moet je niet op aarde zijn. Als je wilt blijven
slapen moet je niet op aarde zijn. Als bewusteloosheid je doel is, ben je op
een gevaarlijke plek!
Alle mensen die momenteel aan het slaapwandelen zijn, zullen zich ooit
realiseren dat ze hun bed en hun huis verlaten hebben en op straat lopen. Dat
besef ontstaat heel eenvoudig: doordat ze tegen elkaar opbotsen.
Daar gaat het simpelweg om bij deze interactieve ontwikkeling:
overtredingen, botsingen, misbruik, noem het maar zoals je wilt. Het lijkt
opzettelijk maar dat is het eigenlijk niet. Niemand weet bewust dat hij tegen
iemand aan zal botsen. Het gebeurt gewoon. En als hij dan slim is, dan wordt
hij wakker en zegt: '0, pardon, -ik zag je niet.' En zijn zuster zegt: 'Geeft niet.
Ik zag jou ook niet.'
Wat zegt ze verder nog? Als ze het persoonlijk opvat en zegt: 'Ja, je zag
me wel, hufter', wat bewijst dat dan? Dat bewijst niet dat ze werd aangevallen
Het bewijst alleen dat ze zich aangevallen voelt. In feite is dat wat daar
rondloopt: een stel mensen die zich stuk voor stuk aangevallen voelen. Het is
geen accuraat beeld van wat er aan de hand is, maar het is een algemeen
aanvaard beeld. Dat komt doordat iedereen gedrag interpreteert. Iedereen kent
er, een bedoeling aan toe. Iedereen denkt dat hij andermans drijfveren kent.
Maar die kent hij uiteraard niet. Hij heeft geen enkel idee waarom er iemand
tegen hem aangebotst is.
Je hebt vast wel gehoord van huwelijken die lang tevoren werden
gearrangeerd. Welnu, dit was een gearrangeerde botsing. De beide mensen achter
het masker besloten elkaar een geheugensteuntje te geven zodat ze allebei
tegelijkertijd konden ontwaken. Toen ze hun. ontmoeting afspraken, hadden ze
geen idee dat ze zich allebei aangevallen zouden voelen als het gebeurde.
Dat komt doordat ze, toen ze de ontmoeting regelden, allebei voeling hadden
met elkaars achterliggende bedoeling: elkaar eerbiedigen en assisteren, geen
kwaad berokkenen of pijn doen. Omdat ze op de goede bedoelingen van de ander
vertrouwden, maakten ze zich niet druk om wat zich precies zou afspelen Ze
wisten dat het in orde was, wat het ook zou worden.
Als jij voeling zou hebben met andermans intentie om te ontwaken en jou bij
het ontwaken te helpen, zou je geen enkele overtreding persoonlijk opvatten.
Je zou gewoon zeggen: 'Het spijt me, broeder, ik zag je niet. Bedankt dat je
me wakker maakte. Ik zal vanaf heden beter opletten.'
De kwetsuur of verwonding ontstaat niet door de botsing maar door de
interpretatie van de botsing. Doordat je degene die botste veroordeelt.
Doordat je jezelf veroordeelt omdat er iemand tegen je opbotste. Zodra we dat
een overtreding gaan noemen, verliezen we het zicht op onze eigen rol daarin.
We projecteren de verantwoordelijkheid op iemand anders. We denken dat wij
rustig onze gang gingen en dat er ineens een slechterik aankwam die ons
aanviel.
Dat is niet wat er gebeurde. Dat is het grote zelfbedrog, de grote leugen
die we aan anderen doorgeven. We richten als slachtoffers het woord tot elkaar
en vragen ons vervilgens verwonderd af waarom iedereen er steeds maar van
langs krijgt.
Zonder oprechtheid en eigen verantwoordelijkheid is er geen sprake van een
ontmoeting. Zonder vergeving en mededogen is er geen sprake van een
ontmoeting.
Als we elkaar willen ontmoeten, als we samen willen ontwaken, moeten we
ophouden met interpreteren wat er gebeurde en het gewoon laten zijn wat het
is. We kunnen van de botsing geschrokken zijn. We kunnen tegen de ander zeggen
dat het ons verrast heeft. Maar laten we niet gaan denken dat we weten waarom
het gebeurde. Laten we het daarentegen vragen. Laten we het eens uitzoeken.
Laten we ons eens eerlijk en zonder pretenties uitspreken: 'Toen we tegen
elkaar aanbotsten vond ik dat pijnlijk, broeder. Wat vond jij ervan?' Als je
eerlijk bent door verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen gevoelens, is
dat geen aanval, geen vooronderstelling, geen overtreding en geen verwijt. Je
vertelt simpelweg hoe je iets ervaren hebt. Dat nodigt uit tot een dialoog,
niet tot een afscheiding.
Zodra je aanneemt dat er sprake is van schuld, is een aanval
onvermijdelijk. Je kunt een onschuldig mens niet aanvallen. Om te kunnen
aanvallen moet je de overtuiging hebben dat je aanval gerechtvaardigd is, dat
iemand het verdient. Op dat punt aangekomen heb je je al losgemaakt van je
eigen gevoelens, je geest in tweeën gedeeld en je voorbereid op de
onvermijdelijke, naar buiten gerichte schermutselingen. En dat alles uit
spirituele arrogantie, allemaal omdat je dacht dat je andermans motieven kende.
Geef dat op, mijn vriend. Je weet niet wat er leeft in het hart van je
broeder. Dat zul je nooit weten. Je kunt het hem het beste, openlijk vragen.
Als je wilt weten wat hij denkt en voelt is dat de aangewezen weg, verder kom
je niet.
Als je nooit bij je zuster informeert hoe zij de dingen ervaart, hoe kun
je haar dan ooit leren kennen? Dan ken je alleen maar je eigen projecties, je
eigen oordeel en interpreta ties. Die zeggen veel over jou en heel weinig over
haar.
En als je niet van haar onschuld uit kunt gaan, hoe kun je dan ooit van je
eigen onschuld uitgaan? Als je denkt dat je haar kent, hoeveel beter moet je
dan jezelf kennen?
Snap je, er valt niet aan te ontkomen. Elke oordeel dat je over een ander
velt, komt bij je terugren zal je achtervolgen.
Je kunt die oordelen beter laten varen. Je kunt je beter realiseren dat je
niets van andermans intenties of motieven af weet. Je kunt beter inzien dat je
vaak totaal geen voeling hebt met je eigen intenties.
Spirituele arrogantie draagt alleen iets bij aan het voortbestaan van je
onwetendheid. Iemand die arrogant is groeit niet, ontwikkelt zich niet. Ze
wordt niet doorzichtig voor zichzelf of voor anderen. Ze verstopt zich. Ze doet
een bedekte aanval en als ze daarop aangesproken wordt lijkt het of ze slaapt.
Ze speelt kat en muis met zichzelf en met het universum.
Ik weet een beter spelletje. Het heet: bots jij tegen mij, dan bots ik
tegen jou. Geen verwijten, geen schande. Je hoeft zelfs de stand niet bij te
houden. Je botst er gewoon lekker op los totdat je wakker wordt en elkaar in de
ogen kijkt zonder oordeel of veroordeling.
*********************************
Fragment uit: Stilte van het Hart / Reflecties van het Christusbewustzijn
van Paul Ferrini,
gebasseerd op "Een Cursus in Wonderen"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten